Wat betekent ouleh nou eigenlijk?

Misschien heb je het wel eens gehoord op straat. Iemand roept ineens: “Ouleh!” en jij denkt… huh? Wat zei die nou? Als je geen Arabisch spreekt of eigenlijk gewoon weinig meekrijgt van straattaal, dan is het niet zo gek dat je even met je ogen knippert. Misschien is het zelfs compleet langs je heen gegaan. Toch duikt het woord de laatste tijd steeds vaker op, ook op sociale media. En als je je afvraagt wat het nou precies betekent of waar het vandaan komt, dan zit je hier goed.

 

Oorsprong van het woord

In het Arabisch betekent ouleh in de basis gewoon ‘zij’. Een woord dat je daar in de grammatica zo tegenkomt. Maar op straat gebeurt er iets anders. Daar krijgt het woord ineens een heel ander karakter. Dat is eigenlijk precies wat straattaal zo interessant maakt. Het is een levendige mix van allerlei talen en culturen, waardoor woorden vaak een eigen leven gaan leiden. Ouleh is daar een goed voorbeeld van.

 

Gewoon als stopwoordje

Je hoort het vaak aan het eind van een zin. Het lijkt daar niet echt iets te betekenen, maar het geeft tóch net wat extra nadruk. Een beetje alsof iemand vraagt: “Snap je?” of “Toch?”. De één denkt dat het een afgeleide is van wollah, dat weer betekent: “Ik zweer het op Allah.” Een ander zegt juist dat het eerder een soort stoere uitspraak is geworden. In elk geval hoor je het regelmatig voorbijkomen, vooral in video’s, gesprekken op straat en onder jongeren die die stijl van praten vanzelfsprekend vinden.

 

Bekend geworden door Guccimen

Misschien zegt de naam je niets, maar wie bekend is met de filmpjes van Rumag heeft hem vast een keer voorbij zien komen. Rene Watzema ging de straat op om mensen te vragen hoeveel hun outfit kostte. En toen stond daar ineens een jongen, volledig uitgedost in Gucci en Louis Vuitton. Of het nou echte merken waren of niet, dat liet hij lekker in het midden. Maar wat opviel, was hoe vaak hij het woord ouleh gebruikte. Elke zin eindigde erop. Daardoor kreeg hij al snel de bijnaam Guccimen. Binnen de kortste keren verschenen er memes als “Café Ouleh” en “RTL Oulehvard”, en het woord verspreidde zich als een lopend vuurtje.

Die jongen bleef trouwens niet stil. Vanaf februari tot september 2022 bleef hij trouw video’s uploaden op TikTok. En je raadt het al: ouleh bleef zijn handelsmerk. Hij gooide het woord er in elke video lustig tegenaan. Alsof het zijn persoonlijke handtekening was.

 

Straattaal als klank van de stad

Straattaal is niet iets van de laatste jaren. Het bestaat inmiddels al ruim vijftig jaar. De eerste vormen ervan ontstonden in de jaren tachtig, toen straatcultuur zichtbaarder werd. Vooral jongeren maakten gebruik van straattaal, en dat doen ze nog steeds. Het is een taal die ontstaan is uit contact. Contact tussen verschillende achtergronden, landen, buurten en gewoontes. Daardoor zitten er woorden in uit het Marokkaans, Turks, Surinaams, Engels en zelfs Papiaments.

Inmiddels zie je straattaal ook terug in films, series en muziek. Het is eigenlijk vanzelfsprekend geworden. In de populaire serie ‘Mocro Maffia’ wordt bijvoorbeeld regelmatig in straattaal gesproken. Niet gemaakt, maar juist heel natuurlijk. Eén van de personages die daar veel lof voor kreeg, was Joey. Acteur Sjoerd Fleur gaf hem een gezicht, en dat sloeg aan. Zó erg zelfs, dat hij zijn eigen programma op Videoland kreeg: ‘Joey en z’n Matties’. In dat programma zie je hem op een losse manier met castleden door de studio wandelen. Taal speelt daar telkens een subtiele, maar belangrijke rol.

 

Taal hoort bij wie je bent

Taal is niet alleen iets wat je gebruikt om boodschappen mee over te brengen. Het is ook iets waarmee je laat zien wie je bent. Je accent, je woordkeuze, de manier waarop je praat – het zegt allemaal iets over jouw achtergrond, over waar je je thuis voelt, over bij welke groep je misschien wel hoort.

Dat zorgt voor verbinding. Mensen die op dezelfde manier praten, voelen zich sneller op hun gemak bij elkaar. Maar het kan ook afstand creëren. Als je iemand totaal niet verstaat of je voelt dat je niet wordt meegenomen in het gesprek, dan voel je je er al snel buiten vallen. Dat gebeurt niet expres, maar soms ook juist wel. Taal kan heel bewust worden ingezet om een groep af te bakenen. En dat gebeurt binnen straattaal ook. Jongeren gebruiken het niet alleen omdat het stoer klinkt, maar ook omdat ze er mee aangeven dat ze onderdeel zijn van een bepaalde cultuur.

In die straatcultuur zit trouwens vaak een flinke dosis wantrouwen richting alles wat met officiële instanties te maken heeft. Denk aan school, werk of de overheid. Jongeren die straattaal spreken, voelen zich daar niet altijd serieus genomen. Respect moet je verdienen. En wie de leiding neemt, wordt gerespecteerd – maar alleen als die persoon dat ook echt waard is. Hiërarchie speelt dus zeker een rol.

 

Hoe Nederland zo divers werd

Nederland is niet altijd zo kleurrijk geweest als nu. Maar migratie is zeker geen nieuw verschijnsel. Al vanaf de jaren veertig zijn er mensen vanuit andere delen van de wereld naar Nederland gekomen. Eerst door de dekolonisatie. Indische Nederlanders kwamen hierheen na het onafhankelijk worden van Indonesië. In de jaren zeventig gebeurde iets soortgelijks met Suriname.

Vanaf de jaren zestig kwamen er bovendien veel arbeidsmigranten naar Nederland, met name uit Turkije en Marokko. In de eerste plaats om te werken, maar later kwamen ook gezinnen over. En in de afgelopen decennia kwamen er mensen bij die om andere redenen naar Nederland vluchtten, bijvoorbeeld vanwege oorlog of gevaar.

In 2022 telde Nederland ruim 4,2 miljoen mensen met een migratieachtergrond. Dat zijn veel verschillende verhalen, achtergronden en culturen bij elkaar. Kinderen van deze mensen worden gewoon in Nederland geboren, en zij krijgen vaak een dubbele culturele opvoeding mee. Enerzijds die van het gezin, anderzijds die van de Nederlandse samenleving.

 

Culturen die in elkaar overvloeien

Of we het nou leuk vinden of niet, culturen raken elkaar. Ze botsen soms, maar ze vloeien ook samen. En uit dat contact ontstaan nieuwe gewoontes, smaken en woorden. Kijk maar naar wat we eten. Veel dingen die we nu als ‘typisch Nederlands’ zien, komen ergens anders vandaan. Zelfs de aardappel moest ooit geïntroduceerd worden.

Behalve eten leren we ook andere gebruiken kennen. Feestdagen, kledingstijlen, manieren van groeten – en natuurlijk, taal. Daardoor hoor je woorden als ouleh of wollah nu gewoon op straat. En ja, het zal je ook niet verbazen als je een verliefd stel hoort fluisteren: “Habibi, kom hier.” Het is allemaal onderdeel geworden van hoe mensen zich uitdrukken in een land dat altijd in beweging is.